Overslaan en naar de inhoud gaan
Veiligheid op de werf

Voor werknemers

Elke aannemer moet aan zijn werknemers een basisveiligheidsopleiding met betrekking tot tijdelijke of mobiele bouwplaatsen geven, om op een werf werkzaamheden uit te voeren met betrekking tot het realiseren van het bouwwerk. Deze opleiding heeft een totale duur van tenminste acht uur.

Deze basisveiligheidsopleiding heeft tot doel de werknemers bewust te maken van de risico’s die aanwezig kunnen zijn op een tijdelijke of mobiele bouwplaats, ongeacht of deze risico’s voortvloeien uit hun eigen activiteiten of uit de activiteiten van andere aannemers die aanwezig zijn of zullen zijn op de bouwplaats.

Deze basisveiligheidsopleiding ten minste de volgende doelstellingen:

  • beschikken over een basiskennis van de rol en de taken van de tussenkomende partijen op een werf;
  • beschikken over een basiskennis betreffende de organisatie van een efficiënte samenwerking op een tijdelijke of mobiele bouwplaats, met het oog op de veiligheid en gezondheid op de bouwplaats en het welzijn op het werk;
  • beschikken over een basiskennis van de algemene preventiebeginselen;
  • kennis hebben van de toepassing van de passende preventiemaatregelen;
  • inzicht hebben in en toepassen van veilig en gezond gedrag op een tijdelijke of mobiele bouwplaats.

De aannemer moet op elk ogenblik kunnen aantonen dat de basisveiligheidsopleiding die zijn werknemers hebben gevolgd, beantwoordt aan de beoogde doelstellingen.

Voor iedereen die reeds ervaring heeft, wordt een evenwaardigheidsprincipe toegepast: indien één van de volgende voorwaarden is vervuld, wordt dit verondersteld gelijkwaardig te zijn aan een basisveiligheidsopleiding:

  • attest waaruit blijkt dat zij de kennis hebben verworven door het volgen van een opleiding;
  • bewijs van 5 jaar  ervaring in de afgelopen tien jaar door het uitvoeren van werkzaamheden op een tijdelijke of mobiele bouwplaats.

De opleiding wordt aan de werknemer verstrekt, indien mogelijk vooraleer de werkzaamheden op de tijdelijke of mobiele bouwplaats aan te vatten, en in elk geval, binnen een termijn van één maand nadat deze werknemer de werkzaamheden heeft aangevat.

De basisveiligheidsopleiding wordt op regelmatige tijdstippen herhaald, tenzij de werkgever kan aantonen dat de kennis van de werknemers actueel blijft, door middel van regelmatige of continue opleiding en informatieverstrekking, en door praktijkervaring.

In elk geval moet de werkgever ervoor zorgen dat de werknemers, voorafgaand aan de tewerkstelling op de bouwplaats, de nodige informatie over de risico’s en preventiemaatregelen verbonden aan het werken op een tijdelijke of mobiele bouwplaats hebben ontvangen en kan hij aantonen dat de werknemers deze informatie wel degelijk hebben ontvangen en begrepen

Bovenvermelde regeling doet geen afbreuk aan de strengere regels of praktijken die van toepassing zijn in een bepaalde sector of onderneming of op de werknemers van een opdrachtgever die werkzaamheden verrichten op een tijdelijke of mobiele bouwplaats die zich bevindt in de inrichting van de opdrachtgever.

 

Zelfstandigen

De zelfstandigen en de werkgevers, die zelf een beroepsactiviteit op de bouwplaats uitoefenen, zijn ook verplicht om een dergelijke basisveiligheidsopleiding te volgen.

De zelfstandigen die werkzaamheden uitvoeren op een tijdelijke of mobiele bouwplaats worden vermoed te beschikken over de bedoelde basisveiligheidsopleiding, indien één van de volgende voorwaarden is vervuld:

  • attest waaruit blijkt dat zij de kennis hebben verworven door het volgen van een opleiding;
  • bewijs van 5 jaar  ervaring in de afgelopen tien jaar door het uitvoeren van werkzaamheden op een tijdelijke of mobiele bouwplaats.

Uitzonderingen

Bovenvermelde verplichtingen m.b.t. het volgen van een basisveiligheidsopleiding voor werknemers en zelfstandigen zijn niet van toepassing op de volgende personen die kunnen aantonen dat er wordt voldaan aan vergelijkbare voorwaarden inzake de basisveiligheidsopleiding voor veilig en gezond werken op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen vastgesteld in een andere lidstaat van de Europese Unie:

  • de werkgevers die gevestigd zijn in een andere lidstaat van de Europese Unie ten aanzien van hun werknemers;
  • de werkgevers die gevestigd zijn in een andere lidstaat van de Europese Unie en die zelf een beroepsactiviteit op de bouwplaats uitoefenen;
  • de zelfstandigen die gevestigd zijn in een andere lidstaat van de Europese Unie.

Communicatie op de  bouwplaats

Er wordt ook aandacht besteed aan de verbetering van de communicatie op de bouwplaats. Hiertoe moet het veiligheids- en gezondheidsplan een aantal regels bevatten met betrekking tot de verbale en non-verbale communicatie op de bouwplaats, o.a.:

  • het verspreiden van informatie, instructies en bevelen aan de personen die werken op de bouwplaats, zodat zij deze te allen tijde begrijpen en daadwerkelijk kunnen toepassen;
  • de mogelijkheid voor deze personen om zich door middel van geschikte communicatiemiddelen verstaanbaar te maken;
  • het vastleggen van praktische afspraken over de communicatie en verstaanbaarheid wanneer deze personen zich in een meertalige omgeving bevinden.

Inwerkingtreding

Bovenvermelde regels treden in werking op 15 april 2023.